• Wanneer mag mijn dier weer eten?

Als het dier goed wakker is, mag hij/zij weer eten. Let op! Geef kleine porties, het dier kan nog misselijk zijn van de narcose.

  • Wanneer mag mijn dier weer drinken?

Het dier mag weer drinken wanneer hij/zij thuis komt.

  • Wanneer mogen de draadjes eruit?

10 dagen na de operatie moeten de draadjes verwijderd worden.

Maak tijdig een afspraak bij de dierenarts.

  • Mijn dier likt aan de wonde, wat nu?

Bel de dierenarts voor een kap of body, er mag NIET aan de wonde gelikt worden.

  • Hoe moet de wonde eruit zien?

De wonde moet mooi droog staan. Staat de wonde dik, is de wonde rood, komt er vocht uit de wonde … Bel dan de dierenarts voor een controle.

  • Wat als er een sticker over de wonde plakt?

De sticker mag een tweetal dagen na de operatie van de wonde af. Komt de sticker eerder los, is het niet nodig om een nieuwe sticker te plakken.

  • Ik kreeg een pijnstiller mee (meloxidyl / metacam), hoe gebruik ik deze?

Zet het bijgevoegde spuitje op het flesje. Trek de hoeveelheid vloeistof op voor het gewicht van jouw dier. Spuit de vloeistof rechtstreeks in de mond of over het eten van uw dier. Gebruik deze pijnstiller 3 tot 4 dagen. Is de operatie zeer intensief geweest en merk je dat je dier nog last heeft, mag de pijnstiller nog enkele dagen doorgegeven worden.

  • Mag mijn dier wandelen / spelen?

De eerste drie dagen moet het dier kalm gehouden worden. Het dier moet voldoende rust hebben om te kunnen herstellen na de operatie.

De eerste week mag het dier niet springen en geen trappen lopen. Wandelen doe je aan de leiband!

Een kat kan al gecastreerd worden wanneer ze enkele weken oud is. Fokkers zijn verplicht hun katten te castreren voor ze verhandeld worden op een leeftijd van 12 weken.

Heb jij jouw kat geadopteerd uit een eenmalig nestje, dan moet je je kat wettelijk voor de leeftijd van 5 maanden laten castreren.

Om te beginnen bespreken we graag met u wat de reden is dat u uw hond wil laten castreren. Medisch gezien is het niet nodig om een reu vroegtijdig te castreren. Vanaf een leeftijd van 5 maanden kan het wel aangeraden zijn om uw reu te castreren omwille van zijn gedrag. Houdt er rekening mee dat niet alle gedragsproblemen bij elke hond opgelost kunnen worden d.m.v. castratie. Problemen zoals uitbreken en rijden op voorwerpen zullen wel afnemen na de castratie. Overweegt u een castratie, dan heeft u de mogelijkheid om eerst een implantaat te zetten voor 6 maanden. Hiermee krijgt u een indicatie op het gedrag dat uw hond zal vertonen na de castratie.

Op oudere leeftijd is het mogelijk dat uw hond alsnog gecastreerd moet worden omwille van prostaatproblemen. Heeft u een reu en een teef, dan raden wij aan om de teef te steriliseren om een dekking te voorkomen.

Hond : In tegenstelling tot een teef, worden reuen niet op jonge leeftijd gecastreerd omwille van medische redenen. Er kan echter wel gekozen worden om de reu te castreren wegens gedragsredenen. De reu zal hierdoor minder interesse tonen in loopse teven. Castreren vermindert wel de kans op ontstekingen of vergroting van de prostaat. Dit medisch probleem kan zich pas op latere leeftijd ontwikkelen. De vachtstructuur verandert. De reu zal meer honger hebben, wat kan leiden tot overgewicht en gewrichtsproblemen. Honden die al angstig/onzeker zijn, kunnen door de vermindering van testosteron nog angstiger worden wat kan leiden tot agressie.

Kat : Sinds kort is het verplicht om uw kat te castreren. Hiermee voorkomt u ongewenste zwangerschap. Daarnaast vermijdt u sproeigedrag in huis. Voor zwerfkatten raden wij aan het Felixproject te contacteren i.v.m. de castratie van de kat.

Een kattin kan al gesteriliseerd worden wanneer ze enkele weken oud is. Fokkers zijn verplicht hun katten te steriliseren voor ze verhandeld worden op een leeftijd van 12 weken. Heb jij jouw kat geadopteerd uit een eenmalig nestje, dan moet je je kat wettelijk voor de leeftijd van 5 maanden laten steriliseren.

Het ideale tijdstip van sterilisatie is sterk afhankelijk van het ras. 

Best laat je jouw hond steriliseren rond de leeftijd van 1 jaar, dan verklein je de kans op het ontwikkelen van melkkliertumoren tot 80%. Deze melkkliertumoren zijn de meest voorkomende tumoren bij de vrouwelijke hond.

Naar aanleiding van de laatste nieuwe richtlijnen, uitgevaardigd in januari 2021 door de dienst verloskunde van de universiteit dierengeneeskunde te Gent, is aan het licht gekomen dat nadelige effecten van sterilisatie verschillen per ras en grotendeels te verhelpen zijn door het tijdstip van de sterilisatie uit te stellen tot op een leeftijd tussen 1 en 2 jaar voor grote en middelgrote rassen. 

Wij raden aan :

  • Honden onder de 10kg te steriliseren op 3 maanden na de eerste loopsheid. Uitgezonderd voor de teckel en de poedel. De teckel zou een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van een hernia/rugproblemen wanneer zij te vroeg gesteriliseerd wordt. Een poedel heeft dezelfde nadelige effecten als de andere grote rassen (zie voor- en nadelen sterilisatie bij de hond) 
  • Honden boven de 10kg te steriliseren tussen de leeftijd van 1 en 2 jaar.

Hond :

Om medische redenen raden wij altijd aan om een teef te steriliseren. De voordelen hiervan zijn :

  • De hond kan geen baarmoederontsteking meer krijgen.
  • De kans op melkkliertumoren neemt af tot 80% wanneer de hond rond de leeftijd van 1 jaar gesteriliseerd wordt.
  • De kans op eierstok- en baarmoedertumoren verdwijnt.
  • De hond kan niet meer schijnzwanger worden.
  • De hond wordt niet meer loops.

 De algemene nadelen van sterilisatie ongeacht het ras zijn:

  • De vachtstructuur kan veranderen.
  • Door sterilisatie zal het metabolisme vertragen, waardoor de teef kan bijkomen bij dezelfde voedselinname. In dit geval kan je best de hoeveelheid voedsel verminderen of een aangepaste voeding voor gesteriliseerde teven geven. 
  • Door hormonale tekorten kan urinaire incontinentie ontstaan. De incidentie hiervan is ongeveer 3% (meer kans bij grote- en middelgrote hondenrassen dan bij kleine hondenrassen). Bij de Ierse Setter kan de incidentie oplopen tot 20-30%!

De rasafhankelijke nadelen van sterilisatie :

Volgens de laatste nieuwe richtlijnen, uitgevaardigd in januari 2021 door de dienst verloskunde van de universiteit dierengeneeskunde te Gent, is aan het licht gekomen dat nadelige effecten van sterilisatie verschillen per ras en grotendeels te verhelpen zijn door het tijdstip van de sterilisatie uit te stellen tot op een leeftijd tussen 1 en 2 jaar voor grote en middelgrote rassen. 

  • Bij kleine rassen zijn deze nadelen minder/niet van toepassing, met uitzondering van de teckel en de poedel.
    • De teckel zou een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van een hernia/rugproblemen wanneer zij voor 1 jaar gesteriliseerd wordt.
    • Een poedel heeft dezelfde nadelige effecten als de andere grote rassen (zie verder)
  • Bij grote- en middelgrote rassen wordt er een verhoogde incidentie van volgende nadelen vastgesteld wanneer de teef gesteriliseerd wordt op een leeftijd jonger dan 1 jaar. Door het sterilisatietijdstip te verlaten tot na de leeftijd van 1 jaar, worden deze nadelige effecten grotendeels teniet gedaan.
    • Orthopedische nadelen
      • Verhoogde incidentie van elleboogdysplasie
      • Verhoogde incidentie van heupdysplasie
      • Verhoogde incidentie van voorste kruisbandruptuur
    • Licht verhoogde kans op bepaalde tumoren (lymfoom, mastiocytoom, hemangiosarcoom)
    • Bij de Ierse Setter kan de incidentie op urinaire incontinentie oplopen tot 20-30%!

Kat : Sinds kort is het wettelijk verplicht om jouw kat te steriliseren. Voor een kattin is er geen andere manier om de krolsheid of zwangerschap te voorkomen. De pil voor katten is zeer kankerverwekkend en raden wij sterk af. Gesteriliseerde katten kunnen geen baarmoederontsteking of eierstokkanker meer krijgen. Daarnaast is de kans op borstklierkanker en baarmoederkanker zo goed als onbestaande. Naast gewichtstoename zijn verdere nadelige effecten van sterilisatie bij de kat tot op heden niet bekend. Voor zwerfkatten raden wij aan het Felixproject/de gemeente te contacteren i.v.m. de sterilisatie van de kat.

Een pup wordt ontwormd op een leeftijd van 2,4,6 en 8 weken. Daarna ontwormt u de pup maandelijks tot hij 6 maanden oud is. Vervolgens raden wij aan uw hond 2 tot 4 keer per jaar te ontwormen afhankelijk van hoe vaak uw hond buiten komt en contact maakt met andere honden. Het ontwormen van uw hond wanneer ze drachtig is, doet u als volgt: U ontwormt de hond 2 weken voor de dekking. U ontwormt haar opnieuw 1 week voor de bevalling. Tot slot ontwormt u haar, samen met de pups, 2 weken na de bevalling.

Merkt u wormen op bij uw hond, dan ontwormt u de hond om de 2 weken tot de hond negatief test voor wormen. Vraag hierover meer informatie aan uw dierenarts.

Een kitten wordt ontwormd op een leeftijd van 3,5 en 7 weken. Daarna ontwormt je het kitten maandelijks tot ze 6 maanden oud is. Nadien raden wij aan een huiskat 2 keer per jaar te ontwormen. Een buitenkat ontworm je minstens 4 keer per jaar.

Het ontwormen van uw kat wanneer ze drachtig is, doet u als volgt: U ontwormt de kat 2 weken voor de dekking. U ontwormt de kat opnieuw 1 week voor de bevalling. Tot slot ontwormt u de kat, samen met de kittens, 3 weken na de bevalling.

Veel eigenaars gaan er vanuit dat wanneer hun dier wormen heeft, deze aanwezig zijn in de ontlasting. Echter zullen wormen enkel buiten het lichaam treden wanneer er een massale wormbesmetting aanwezig is.

Zo niet, dan komen enkel de eitjes naar buiten. Deze zijn niet waarneembaar met het blote oog. Het is dus essentieel om uw hond/kat regelmatig te ontwormen. Ontwormt u uw hond/kat en merkt u nadien wormen op in de stoelgang, dan is het nodig om het ontwormen na 2 weken te herhalen.

Wanneer uw huisdier vlooien heeft, wordt er een actieve behandeling opgestart. Twee wekelijks behandeld u uw huisdier afwisselend met een pipet en tablet tegen vlooien.

U kan er eveneens voor kiezen om uw dier eenmaal te behandelen met een pipet/tablet en vervolgens een band om te doen. Alle dieren in de omgeving moeten minstens 6 maanden behandeld worden.

Een pup wordt gevaccineerd op 6,9 en 12 weken. Nadien wordt de hond jaarlijks gevaccineerd tegen hondenziekte, parvo, hepatitis, rattenziekte en kennelhoest. Wanneer je de hond mee wilt nemen naar het buitenland, dan moet hij een Rabies vaccin krijgen. Dit vaccin moet om de 3 jaar herhaald worden.

Een kitten wordt gevaccineerd op een leeftijd van 9, 12 en (16) weken. Nadien wordt de kat jaarlijks gevaccineerd.

Hond : Sinds 2013 is het in België verplicht om jouw hond te chippen en te registreren. Een fokker is verplicht om zijn pups te chippen en registreren voor ze verkocht worden. Je kan nadien de chip op jouw naam laten zetten. Adopteer je een hond uit het buitenland, dan heb je twee weken de tijd om de identificatie en registratie van jouw pup in orde te brengen.

Kat : Sinds 2017 is het verplicht om jouw kat te chippen en te registreren. Dit moet gebeuren voor een leeftijd van 12 weken.

Hond mee naar EU-land: Jouw hond moet minstens 15 weken oud zijn voor hij/zij naar het buitenland mag. Hij/zij moet een officieel Europees dierenpaspoort hebben. Hierin staat het chipnummer van jouw hond en de inentingsbewijzen. Jouw hond moet minstens 21 dagen voor vertrek een vaccin tegen hondsdolheid hebben gehad. Je mag reizen met maximum 5 huisdieren.

Voor sommige landen is het verplicht een titerbepaling te doen. 21 dagen na het zetten van het Rabiësvaccin wordt er een bloedname gedaan. Het bloed wordt opgestuurd naar een gespecialiseerd laboratorium waar ze de anti-stoffen van uw hond controleren. De uitslag is binnen enkele weken bekend. Heeft jouw hond op dat moment niet voldoende anti-stoffen, dan moet het Rabïësvaccin opnieuw gezet worden. We raden dus aan om jouw hond tijdig in orde te maken voor de reis.

In veel landen is de behandeling tegen teken en wormen verplicht. Deze behandeling wordt door de dierenarts genoteerd in het paspoort van jouw hond. Sommige landen eisen een gezondheidsverklaring gegeven door de dierenarts.

Hond mee naar niet-EU-land : Wanneer u uw hond wil meenemen naar een Niet-Europees land, dan gelden dezelfde regels.
Daarnaast eisen deze landen een legalisatie van de reisdocumenten.

Kat : Jouw kat moet minstens 15 weken oud zijn voor hij/zij mee mag naar het buitenland. Jouw kat moet een officieel Europees dierenpaspoort hebben. Hierin staat het chipnummer van jouw kat en de inentingsbewijzen. Jouw kat moet minstens 21 dagen voor vertrek een vaccin tegen hondsdolheid hebben gehad.

Je mag maximaal reizen met 5 huisdieren. Wil je je kat meenemen naar een niet-Europees land, dan neem je best contact op met de ambassade van dat land.

Hond 

° Het Europees paspoort met daarin zijn/haar chipnummer en inentingsbewijzen (inclusief Rabiës vaccin).

° Bevestig uw gsm-nummer en het adres van uw vakantieverblijf aan de halsband van uw hond.

° Riem, poepzakjes

° Tekentang, borstel

° Voeding, snacks en eet- en drinkbak

° Medicatie, thermometer, EHBO-kit

° Contactgegevens van jouw dierenarts

° In sommige landen is een muilkorf, autoriem voor honden verplicht

° Speelgoed, slaapmat

Kat

° Europees dierenpaspoort

° Halsband met jouw telefoonnummer en het adres van uw vakantieverblijf

° Voeding en snacks

° Kattenbak en kattengrind

° Medicatie

° Middel tegen vlooien en teken, tekentang

° Borstel

° Gegevens van uw dierenarts

Voor een pup verkocht wordt, moet de pup een chip hebben en een Europees paspoort. Komt de pup uit het buitenland, dan moet hij op 12 weken een rabiës enting gehad hebben om 21 dagen later het land te mogen verlaten. Een goede fokker verkoopt maximum twee verschillende rassen. De pups en de moeder leven samen. Je mag de moeder en de pups al enkele keren ontmoeten in het huis, voor je de pup mee naar huis neemt. Het nest is proper, de pups worden uitgedaagd door verschillende speeltjes, de pups worden regelmatig aangeraakt en mogen kennis maken met de buitenwereld.

  • Wanneer moet mijn kitten gevaccineerd worden?

Een kitten wordt gevaccineerd op een leeftijd van 9, 12 en (16) weken. Nadien wordt de kat jaarlijks gevaccineerd.

  • Wanneer moet ik mijn kitten/kat ontwormen?

Een kitten wordt ontwormd op een leeftijd van 3,5 en 7 weken. Daarna ontworm je het kitten maandelijks tot ze 6 maanden oud is. Nadien raden wij aan een huiskat 1 à 2 keer per jaar te ontwormen. Een buitenkat ontworm je minstens 4 keer per jaar.

  • Welke voeding geef ik aan mijn kitten?

Best wordt de voeding van de fokker doorgegeven. Wilt u toch graag veranderen van voer, dan schakelt u een overgangsperiode van +/- 2 weken in. De oude en nieuwe brokjes worden in deze periode gemengd. Een kwaliteitsvol voer waarbij jouw kitten geen diarree heeft en niet overgeeft, is prima voor jouw kitten.

  • Wat zijn de voor- en nadelen van een sterilisatie?

Het is wettelijk verplicht om jouw kat te steriliseren. Voor een kattin is er geen andere manier om de krolsheid of zwangerschap te voorkomen. De pil voor katten is zeer kankerverwekkend en raden wij sterk af. Gesteriliseerde katten kunnen geen baarmoederontsteking of eierstokkanker meer krijgen. Daarnaast is de kans op borstklierkanker en baarmoederkanker zo goed als onbestaande. Naast gewichtstoename zijn verdere nadelige effecten van sterilisatie bij de kat tot op heden niet bekend.

  • Wanneer mag mijn kattin gesteriliseerd worden?

Een kattin kan al gesteriliseerd worden wanneer ze enkele weken oud is. Erkende fokkers zijn verplicht hun katten te steriliseren voor ze verhandeld worden op een leeftijd van 12 weken. Wij raden aan om de sterilisatie uit de voeren op een leeftijd van +/- 5 maanden.

  • Wat zijn de voor- en nadelen van een castratie?

Sinds kort is het verplicht om uw kat te castreren. Hiermee voorkomt u ongewenste zwangerschap. Daarnaast vermijdt u sproeigedrag in huis. Voor zwerfkatten raden wij aan het Felixproject te contacteren i.v.m. de castratie van de kat.

  • Wanneer mag mijn kater gecastreerd worden?

Een kat kan al gecastreerd worden wanneer ze enkele weken oud is. Fokkers zijn verplicht hun katten te castreren voor ze verhandeld worden op een leeftijd van 12 weken. Wij raden aan om de castratie uit te voeren op een leeftijd van +/- 5 maanden.

  • Wanneer moet mijn pup gevaccineerd worden?

Een pup wordt gevaccineerd op 6,9 en 12 weken. Nadien wordt de hond jaarlijks gevaccineerd tegen hondenziekte, parvo, hepatitis, rattenziekte en kennelhoest. Wanneer je de hond mee wilt nemen naar het buitenland, dan moet hij een Rabies vaccin krijgen. Dit vaccin moet om de 3 jaar herhaald worden.

  • Wanneer moet mijn pup ontwormd worden?

Een pup wordt ontwormd op een leeftijd van 2,4,6 en 8 weken. Daarna ontwormt u de pup maandelijks tot hij 6 maanden oud is. Vervolgens raden wij aan uw hond 2 tot 4 keer per jaar te ontwormen afhankelijk van hoe vaak uw hond buiten komt en contact maakt met andere honden. Merkt u wormen op bij uw hond, dan ontwormt u de hond om de 2 weken tot de hond negatief test voor wormen. Vraag hierover meer informatie aan uw dierenarts.

  • Welke voeding geef ik aan mijn pup?

Best wordt de voeding van de fokker doorgegeven. Wilt u toch graag veranderen van voer, dan schakelt u een overgangsperiode van +/- 2 weken in. De oude en nieuwe brokken worden in deze periode gemengd. Een kwaliteitsvol voer waarbij jouw pup geen diarree heeft en niet overgeeft, is prima voor jouw pup.

  • Wat zijn de voor- en nadelen van een castratie/sterilisatie ?

Om medische redenen raden wij altijd aan om een teef te steriliseren. De voordelen hiervan zijn :

De hond kan geen baarmoederontsteking meer krijgen.

De kans op melkkliertumoren neemt af tot 70% wanneer de hond tussen de 1 en 2,5 jaar gesteriliseerd wordt.

De kans op eierstok- en baarmoedertumoren verdwijnt.

De hond kan niet meer schijnzwanger worden.

De hond wordt niet meer loops.

De algemene nadelen van sterilisatie ongeacht het ras zijn:

De vachtstructuur kan veranderen.

Door sterilisatie zal het metabolisme vertragen, waardoor de teef kan bijkomen bij dezelfde voedselinname.

Door hormonale tekorten kan urinaire incontinentie ontstaan.

In tegenstelling tot een teef, worden reuen niet op jonge leeftijd gecastreerd omwille van medische redenen. Er kan echter wel gekozen worden om de reu te castreren wegens gedragsredenen. De reu zal hierdoor minder interesse tonen in loopse teven. De vachtstructuur verandert. De reu zal meer honger hebben, wat kan leiden tot overgewicht en gewrichtsproblemen. Honden die al angstig/onzeker zijn, kunnen door de vermindering van testosteron nog angstiger worden wat kan leiden tot agressie.

Voor gedragsredenen raden we altijd aan om eerst een implantaat te zetten (chemische castratie). Zeker als het om een angstige hond gaat. De reden waarom we niet aanraden om reuen te castreren, is dat er een grotere kans is dat de hond een kwaadaardige prostaatvergroting ontwikkelt i.p.v. een goedaardige prostaatvergroting. Dit komt echter zelden voor.

  • Wanneer mag mijn hond gecastreerd worden?

Vanaf een leeftijd van 5 à 8 maanden is het mogelijk om uw reu te castreren omwille van zijn gedrag. Houdt er rekening mee dat niet alle gedragsproblemen bij elke hond opgelost kunnen worden d.m.v. castratie. Problemen zoals uitbreken en rijden op voorwerpen zullen wel afnemen na de castratie. Overweegt u een castratie, dan heeft u de mogelijkheid om eerst een implantaat te zetten voor 6 maanden. Hiermee krijgt u een indicatie van het gedrag dat uw hond zal vertonen na de castratie.

Op oudere leeftijd is het mogelijk dat uw hond alsnog gecastreerd moet worden omwille van prostaatproblemen. Heeft u een reu en een teef, dan raden wij aan om de teef te steriliseren om een dekking te voorkomen.

  • Wanneer mag mijn hond gesteriliseerd worden?

Best laat je jouw hond steriliseren rond de leeftijd van 1 jaar, dan verklein je de kans op het ontwikkelen van melkkliertumoren tot 70%. Deze melkkliertumoren zijn de meest voorkomende tumoren bij de vrouwelijke hond.

Wij raden aan : Honden onder de 10kg te steriliseren op 3 maanden na de eerste loopsheid.

Honden boven de 10kg te steriliseren tussen de leeftijd van 1 en 2 jaar.

  • Wanneer mag mijn hond mee naar het buitenland?

Jouw hond moet minstens 15 weken oud zijn voor hij/zij naar het buitenland mag. Hij/zij moet een officieel Europees dierenpaspoort hebben. Hierin staat het chipnummer van jouw hond en de inentingsbewijzen. Jouw hond moet minstens 21 dagen voor vertrek een vaccin tegen hondsdolheid hebben gehad.

  • Hoe maak ik mijn pup zindelijkheid?

Ten eerste is het belangrijk om ongelukjes te voorkomen. Dit doe je door je pup elk uur buiten te laten. Pups doen hun behoeften vaak op vaste tijdstippen. Probeer te ontdekken wanneer jouw pup zijn behoeften moet doen. Na het eten, na het slapen en na het spelen zijn vaak tijdstippen waarop een pup moet plassen.

Ga steeds mee met je pup naar buiten. Als een pup buiten komt, zijn hier veel nieuwe prikkels die de pup wil ontdekken. Hierdoor zijn ze vaak afgeleid en vergeten ze te plassen. Wandel mee met je pup en beloon hem wanneer hij plast.

Wordt je pup in huis onrustig, begint hij te snuffelen en rondjes te draaien? Dan wil hij waarschijnlijk een plasje doen. Pak je pup op en zet hem buiten. Wanneer je pup al begonnen is met plassen, is het nog steeds beter om hem toch nog naar buiten te dragen.

Heeft je pup toch in huis geplast, word dan niet kwaad. Zet hem rustig buiten en kuis ondertussen het huis op. Gebruik geen javel, pups zullen dan op diezelfde plaats opnieuw plassen. Best gebruik je water met wat wasmiddel.

Je hebt daarnaast de mogelijkheid om je pup te leren plassen op commando. Elke keer wanneer hij buiten heeft geplast, beloon je hem. Zeg het commando ‘pipi doen’ terwijl uw pup aan het plassen is. Geef de beloning pas wanneer uw pup helemaal klaar is met plassen, anders is de kans groot dat hij niet zijn hele blaas heeft geledigd.

Verder is het belangrijk om uw pup ’s nachts voldoende uit te laten. Laat de eerste dagen zeker de bench dicht bij u in de buurt staan. Zo kan je hond aangeven wanneer hij moet plassen.

Inmiddels duurt het wel een poos voor een pup zijn behoeften kan ophouden. Pas vanaf een leeftijd van 6 maanden kan u verwachten dat uw hond zijn plas enkele uren kan ophouden.

  • Hoe ga ik om met puppybijten?

Om te beginnen is het aangewezen om je huis puppyproof te maken. Zorg dat alle voorwerpen buiten het bereik van jouw pup staan. Puppy’s exploreren de wereld namelijk met hun mond. Het puppybijten kan voorkomen worden door :  loshangende gordijnen omhoog te binden, schoenen in een andere ruimte te zetten, bloempotten hoog te zetten, handen niet aan te bieden tijdens het spelen …

Wanneer je pup toch bijtgedrag vertoond, onderbreek je het gedrag. Wanneer je pup tegen je opspringt om in je handen te bijten, keer hem de rug toe. Wanneer je pup in je broekspijp hangt, blijf stilstaan.

Probeer je pup af te leiden met iets wat wel van hem is. Wanneer hij een schoen te pakken heeft, neem één van zijn (piep)speeltjes en speel hier enthousiast mee zodat hij afgeleid wordt. Begin zeker niet achter je pup aan te rennen want dit is voor hem een leuk spel!

Bijt de pup toch in jouw hand, geef dan duidelijk het verschil aan tussen hard en zacht bijten. Wanneer er hard gebeten wordt, roep luid ‘auw’ en stop het spel. Hiermee ontwikkeld de pup zijn bijtremming.

Heb je toch nog een andere vraag?

Heb je toch nog een andere vraag?