De voorbereiding van de zwangerschap
Ruim voor de dekking maak je plaats voor een werpkist in de omgeving van je teef/kattin. Geef eventueel haar voeding in deze werpkist zodat ze leert dat dit een veilige plek is. De werpkist moet tochtvrij, rustig en warm zijn. De randen van de kist moeten hoog genoeg zijn zodat de pups/kittens er niet overheen kunnen. Tijdens de bevalling en de eerste week na de bevalling, kan er best een warmtelamp boven de kist hangen. Hang deze in de hoek zodat de teef/kattin de mogelijkheid heeft om niet onder de lamp te gaan liggen.
Twee weken voor de dekking plaatsvindt, moet de teef/kattin ontwormd worden. Alle vaccinaties moeten in orde zijn.
De gemiddelde draagtijd bij een teef/kattin is 63 dagen. Een verlengde dracht is mogelijk bij kleinere nestjes van 1 tot 2 pups/kittens. Bij een hond kan deze dracht tot 71 dagen duren, bij een kat tot 67 dagen.
Eén week voor de bevalling moet de teef/kattin opnieuw ontwormd worden met een veilig product. 1 tot 2 weken voor de bevalling moet de teef/kattin puppy-kittenvoeding krijgen.
Het vaststellen van de zwangerschap
Vanaf 28-30 dagen kan er een echo gemaakt worden. Een week voor de bevalling kan een RX gemaakt worden om het aantal pups of kittens in de baarmoeder te tellen. In deze fase van de zwangerschap is reeds een goed ontwikkeld skelet van de pups en kittens aanwezig waardoor ze zichtbaar worden op röntgenopnames.
De bevalling
Vanaf 1 week voor de bevalling is het belangrijk dat de temperatuur opgevolgd wordt. Je brengt de thermometer drie maal per dag diep genoeg in de anus. 8 tot 24 uur voor de bevalling zal de temperatuur dalen met 1°C tot 1.5°C. Een normale temperatuur voor een hond/kat is tussen de 38°C en 39°C, dit kan afhankelijk zijn van dier tot dier, dus weet op voorhand wat de gemiddelde temperatuur van jouw teef/kattin is. Bij katten is deze methode iets minder betrouwbaar. Verder zal de teef/kattin minder activiteit en eetlust vertonen, de melkklieren gaan zwellen en de productie van melk gaat van start. Bovendien zal ze nestgedrag vertonen en onrustig worden omdat de bevalling nadert. Dit kan tot 24h duren.
Wanneer de bevalling effectief begint, maakt de teef/kattin actief persbewegingen (lijkt alsof ze stoelgang willen maken). De pups/kittens worden binnen een half uur na de start van de persbewegingen geboren. Perst de teef/kattin zwak, met pauzes ertussen, dan kan het nog 1 tot 2 uren duren. De duur tussen de geboortes van de pups is variabel tussen 10 en 120 minuten. Na elke pup/kitten moet er een placenta mee uitgedreven worden. De teef maakt de vliezen stuk en eet deze samen met de placenta op. Doet ze dit niet zelf, dan maak je zelf de vliezen open bij het kopje van de pup/het kitten zodat de pup/het kitten kan ademen. Je mag eveneens de navelstreng doorscheuren op 4cm van de navel indien de moeder dit niet doet. De teef/kattin zal de pups/kittens schoonlikken. Dit is essentieel voor het op gang komen van de ademhaling, het stimuleren van de darmen en de binding tussen moeder en pup/kitten. Doet de moeder dit niet zelf, wrijf dan de pup/het kitten langdurig tot hij/zij goed ademt en warm is.
Als je vermoedt dat alle pups/kittens geboren zijn en de teef niet meer geperst heeft, bel je best de dierenarts ter controle. De dierenarts controleert of alle pups/kittens geboren zijn en geeft de teef/kattin een laatste injectie oxytocine om de baarmoeder terug te doen samentrekken en de productie van melk op gang te brengen.
Na de bevalling
Na de bevalling controleer je de navelstreng en ontsmet je deze met isobetadine. De eerste 24h moeten de pups/kittens voldoende zuigen. De biestmelk is dikker van consistentie dan melk die later geproduceerd wordt. Biestmelk wordt enkel de eerste 24h geproduceerd en bevat alle antistoffen die essentieel zijn voor je pups/kittens. Het is van levensbelang dat je pups of kittens de eerste 24h goed drinken bij de moeder, zo niet zullen zij onvoldoende antistoffen bezitten. Door onvoldoende opname van biestmelk bij de moeder de eerste 24h na de geboorte kunnen je pups/kittens later mogelijks sterven aan allerhande infecties waartegen ze geen weerstand bezitten.
De pups/kittens moeten dagelijks gewogen worden. Het lichaamsgewicht moet na 10 dagen verdubbeld zijn.
De teef/kattin geeft u ab libitum puppy/kittenvoer en water. Er zal nog enkele dagen uitvloei zijn, deze wordt steeds minder rood en geurloos. Deze uitvloei zal pas 4 weken na de bevalling volledig verdwenen zijn. Heeft de uitvloei langer dan 1 à 2 dagen een groen-zwarte kleur, dan kan dit wijzen op een achtergebleven placenta. Contacteer dan zeker jouw dierenarts.
De eerst 3 weken drinken de pups/kitten enkel bij de moeder. Daarna mag er vast voedsel (geweekte brokjes, pap) aangeboden worden. Als de pups/kittens hier aan gewend raken, kan er overgegaan worden op complete voeding.
Wanneer contacteert u best de dierenarts?
-
- Als de dracht minder dan 59 dagen of meer dan 67 dagen duurt.
- Als er geen resultaat is na 30 minuten actief, krachtig persen.
- Als er geen resultaat is na 1-2u zwak persen met tussenpauzes.
- Als er abnormale uitvloei (zwart/groen, stinkend, bloederige, etter) te zien is. Groene uitvloei in het begin voor de 1e pup is normaal.
- Als de weeën niet sterk genoeg zijn of er bijna geen weeën zijn.
- Als de tussenpuptijd > 4u bedraagt.
- Als een pup deels uit de vulva hangt en er met persen geen vordering van de geboorte is. Help de pup uit de vulva te komen en bel indien nodig de dierenarts.
- Wanneer de teef na de bevalling onrustig blijft.
- Als de teef en/of pups onrustig zijn of ziekteverschijnselen vertonen.
- Als de pups/kittens onvoldoende groeien.
Hond en kat
De voorbereiding van de zwangerschap
Ruim voor de dekking maak je plaats voor een werpkist in de omgeving van je teef/kattin. Geef eventueel haar voeding in deze werpkist zodat ze leert dat dit een veilige plek is. De werpkist moet tochtvrij, rustig en warm zijn. De randen van de kist moeten hoog genoeg zijn zodat de pups/kittens er niet overheen kunnen. Tijdens de bevalling en de eerste week na de bevalling, kan er best een warmtelamp boven de kist hangen. Hang deze in de hoek zodat de teef/kattin de mogelijkheid heeft om niet onder de lamp te gaan liggen.
Twee weken voor de dekking plaatsvindt, moet de teef/kattin ontwormd worden. Alle vaccinaties moeten in orde zijn.
De gemiddelde draagtijd hij een teef/kattin is 63 dagen. Een verlengde dracht is mogelijk bij kleinere nestjes van 1 tot 2 pups/kittens. Bij een hond kan deze dracht tot 71 dagen duren, bij een kat tot 67 dagen.
Eén week voor de bevalling moet de teef/kattin opnieuw ontwormd worden met een veilig product. 1 tot 2 weken voor de bevalling moet de teef/kattin puppy-kittenvoeding krijgen.
Het vaststellen van de zwangerschap
Vanaf 28-30 dagen kan er een echo gemaakt worden. Een week voor de bevalling kan een RX gemaakt worden om het aantal pups of kittens in de baarmoeder te tellen. In deze fase van de zwangerschap is reeds een goed ontwikkeld skelet van de pups en kittens aanwezig waardoor ze zichtbaar worden op röntgenopnames.
De bevalling
Vanaf 1 week voor de bevalling is het belangrijk dat de temperatuur opgevolgd wordt. Je brengt de thermometer drie maal per dag diep genoeg in de anus. 8 tot 24 uur voor de bevalling zal de temperatuur dalen met 1°C tot 1.5°C. Een normale temperatuur voor een hond/kat is tussen de 38°C en 39°C, dit kan afhankelijk zijn van dier tot dier, dus weet op voorhand wat de gemiddelde temperatuur van jouw teef/kattin is. Bij katten is deze methode iets minder betrouwbaar. Verder zal de teef/kattin minder activiteit en eetlust vertonen, de melkklieren gaan zwellen en de productie van melk gaat van start. Bovendien zal ze nestgedrag vertonen en onrustig worden omdat de bevalling nadert. Dit kan tot 24 uren duren.
Wanneer de bevalling effectief begint, maakt de teef/kattin actief persbewegingen (lijkt alsof ze stoelgang willen maken). De pups/kittens worden binnen een half uur na de start van de persbewegingen geboren. Perst de teef/kattin zwak, met pauzes ertussen, dan kan het nog 1 tot 2 uren duren. De duur tussen de geboorten van de pups is variabel tussen 10 en 120 minuten. Na elke pup/kitten moet er een placenta mee uit de teef/kattin komen. De teef maakt de vliezen stuk en eet deze samen met de placenta op. Doet ze dit niet zelf, dan maak je zelf de vliezen open bij het kopje van de pup/het kitten zodat de pup/het kitten kan ademen. Je mag eveneens de nagelstreng doorscheuren op 4cm van de navel indien de moeder dit niet doet. De teef/kattin zal de pups/kittens schoonlikken. Dit is essentieel voor het op gang komen van de ademhaling, het stimuleren van de darmen en de binding tussen moeder en pup/kitten. Doet de moeder dit niet zelf, wrijf dan de pup/het kitten langdurig tot hij/zij goed ademt en warm is.
Als je vermoedt dat alle pups/kittens geboren zijn en de teef niet meer geperst heeft, bel je best de dierenarts ter controle. De dierenarts controleert of alle pups/kittens geboren zijn en geeft de teef/kattin een laatste injectie oxytocine om de baarmoeder terug te doen samentrekken en de productie van melk op gang te brengen.
Na de bevalling
Na de bevalling controleert je de navelstreng en ontsmet je deze met isobetadine. De eerste 24 uren moeten de pups/kittens voldoende zuigen. De biestmelk is dikker van consistentie dan melk die later geproduceerd wordt. Biestmelk wordt enkel de eerste 24h geproduceerd en bevat alle antistoffen die essentieel zijn voor je pups/kittens. Het is van levensbelang dat je pups of kittens de eerste 24h goed drinken bij de moeder, zo niet zullen zij onvoldoende antistoffen bezitten. Door onvoldoende opname van biestmelk bij de moeder de eerste 24h na de geboorte kunnen je pups/kittens later mogelijks sterven aan allerhande infecties waartegen ze geen weerstand bezitten.
De pups/kittens moeten dagelijks gewogen worden. Het lichaamsgewicht moet na 10 dagen verdubbeld zijn.
De teef/kattin geeft u ab libitum puppy/kittenvoer en water. Er zal nog enkele dagen uitvloei zijn, deze wordt steeds minder rood en geurloos. Deze uitvloei zal pas 4 weken na de bevalling volledig verdwenen zijn. Heeft de uitvloei langer dan 1 à 2 dagen een groen-zwarte kleur, dan kan dit wijzen op een achtergebleven placenta. Contacteer dan zeker jouw dierenarts.
De eerst 3 weken drinken de pups/kitten enkel bij de moeder. Daarna mag er vast voedsel (geweekte brokjes, pap) aangeboden worden. Als de pups/kittens hier aan gewend raken, kan er overgegaan worden op complete voeding.
Wanneer contacteert u best de dierenarts?
-
- Als de dracht minder dan 59 dagen of meer dan 67 dagen duurt.
- Als er geen resultaat is na 30 minuten actief, krachtig persen.
- Als er geen resultaat is na 1-2u zwak persen met tussenpauzes.
- Als er abnormale uitvloei (zwart/groen, stinkend, bloederige, etter) te zien is. Groene uitvloei in het begin voor de 1e pup is normaal.
- Als de weeën niet sterk genoeg zijn of er bijna geen weeën zijn.
- Als de tussenpuptijd > 4u bedraagt.
- Als een pup deels uit de vulva hangt en er met persen geen vordering van de geboorte is. Help de pup uit de vulva te komen en bel indien nodig de dierenarts.
- Wanneer de teef na de bevalling onrustig blijft.
- Als de teef en/of pups onrustig zijn of ziekteverschijnselen vertonen.
- Als de pups/kittens onvoldoende groeien.
Konijn
Een konijn draagt tussen de 28 en 31 dagen. Is je konijn meer dan 2 dagen overtijd, raadpleeg dan de dierenarts. In vele gevallen echter is de dekkingsdatum onbekend en is het daarom erg moeilijk voor eigenaar en dierenarts om te weten wanneer je konijn overtijd is. Hou er rekening mee dat je voedster na de bevalling meteen weer vruchtbaar is.
Konijnen zogen hun jongen slechts 2 maal per dag enkele minuten. Dit is aanzienlijk minder lang dan honden en katten. Konijnenmelk is hierdoor ook veel geconcentreerder dan bijvoorbeeld kattenmelk. Het lijkt dus dat een voedster niet voor haar jongen zorgt vermits ze zo weinig bij hen is. Maar dit is heel normaal voor een konijn!
Wanneer moederloze konijnen jongen groot gebracht moeten worden met behulp van kunstmelk moet er zeker een speciale ontwikkelde melk voor konijnen gebruikt worden die slechts 1 a 2 maal per 24 uur wordt toegediend. Beter probeer je de moederloze jongen bij een andere moeder onder te brengen want de overlevingskans is erg laag bij manuele opfok van konijnen jongen.